“Marlies, wat ben je aan het doen?” M’n huisgenoten stonden bovenaan de trap en keken naar me. Ik hing halverwege en kroop langzaam naar boven. Ik had het zelf niet in de gaten, maar ik kwam nauwelijks nog boven. Het ging niet meer.
29 oktober 2012 werd mijn officiële eerste ziektedag. De 10 jaar daarvoor had ik mezelf iedere dag vooruit gesleept, altijd beroerd, met een hoge hartslag, trillend, misselijk, uitgeput. Maar ik wilde zó graag, ik wilde zo graag arts zijn, iets van het leven maken. Maar mijn lichaam was op en ik had anderen nodig om dat te beseffen, want zelf voelde ik dat niet meer. Ik ging maar door, aangemoedigd door therapeuten en het bizarre idee dat er misschien toch niets aan de hand zou zijn. En ik wilde niet toegeven aan de vermoeidheid, want ik voelde dat het weleens lang zou kunnen gaan duren voor ik zou herstellen. Maar ik had geen keuze en belandde in bed.